Vloerverwarming ontluchten

Tijdens het gebruik kan er lucht in het verwarmingssysteem terechtkomen. Dit kan ontstaan door kleine lekkages, het bijvullen van water of door natuurlijke ontgassing van het water zelf.

Luchtbellen zorgen ervoor dat warm water minder goed door de leidingen stroomt. Daardoor kan de druk van de vloerverwarming te hoog of juist te laag worden, en werkt de installatie minder efficiënt. Door regelmatig radiatoren en vloerverwarming ontluchten, voorkomt u storingen, geluiden in de leidingen en koude plekken in de vloer.
 

Voordat u begint met ontluchten, is het belangrijk te weten hoeveel druk op de vloerverwarming nodig is. Over het algemeen ligt de maximale druk vloerverwarming tussen 1,5 en 2 bar wanneer het systeem koud is. Vraagt u zich af hoeveel bar vloerverwarming precies nodig heeft? Dat hangt af van de hoogte en grootte van de woning en het type installatie, maar 1,8 bar is voor de meeste huishoudens ideaal. Controleer dit op de manometer van de CV-ketel.

Wanneer de wijzer van de meter in het rode gedeelte staat, is de druk vloerverwarming te hoog. In dat geval kunt u via het aftapkraantje wat water laten ontsnappen tot de druk weer in het groene gebied zit. Andersom geldt: bij te lage druk kunt u het systeem vloerverwarming bijvullen met leidingwater.
 

Stap 1: Controleer de druk

Kijk op de manometer van het CV-toestel of op de verdeler als deze is voorzien van een thermo-/manometer. Staat de wijzer onder 1 bar, dan moet het systeem bijgevuld worden. Vul de vulslang eerst met water voordat u deze aansluit, zodat er geen lucht in de installatie terechtkomt.
 

Stap 2: Zet de verwarming aan

Zet alle groepen van de vloerverwarming en eventuele radiatoren volledig open en verhoog de temperatuur op de thermostaat. Wacht vervolgens tien tot vijftien minuten zodat het water goed circuleert en lucht zich verzamelt op de juiste plekken.
 

Stap 3: Bepaal waar vloerverwarming ontluchten moet gebeuren

Weet u waar vloerverwarming ontluchten begint? Altijd bij het laagste punt van het systeem, dit is meestal eerst de vloerverwarming verdeler ontluchten, en werk vervolgens omhoog. Dit voorkomt dat luchtbellen verplaatst worden naar andere delen van de installatie.
 

Stap 4: Ontlucht de vloerverwarming en radiatoren

4.1. Vloerverwarmingsverdeler(s)

1. Zet bij de vloerverwarmingsverdeler alle groepen dicht op één na.
2. Ontlucht met behulp van een ontluchtingssleuteltje het ventiel op de verdeler.
3. Houd een doekje bij het ontluchtingsventiel en draai het ventiel open. Draai het ventiel dicht zodra er water uitkomt.
4. Herhaal deze stappen tot alle groepen 1 voor 1 zijn ontlucht.

4.2. Radiator(en)

1. Ontlucht met behulp van een ontluchtingssleuteltje het ventiel op de radiator.
2. Houd een doekje bij het ontluchtingsventiel en draai het ventiel open. Draai het ventiel dicht zodra er water uitkomt.

Hoort u nog steeds borrelende geluiden? Herhaal deze stappen nog een keer, want soms komt er na een eerste ontluchting nog wat lucht vrij.